cover van dwars door de storm

Fragment 2

De regendruppels veranderen in harde hagelstenen en Tjakkie rent verder met haar hoofd naar beneden omdat ze pijn doen in haar gezicht. Daarom ziet ze het pas als ze dichtbij is. Bij de coupure in de dijk zijn mensen. Er staat een auto met draaiende motor en de koplampen ervan zijn op de coupure gericht. Een groep mannen is bezig de schotten erin te schuiven. Zijn ze nou helemaal!

‘Hé!’ schreeuwt Tjakkie en ze grijpt de eerste de beste kerel bij zijn jas. ‘Niet doen! Daar wonen mensen!’ Ze wijst naar het Ambonezenkamp in de verte. Ze kijkt omhoog naar de man wiens jas ze vasthoudt en haar hart slaat een slag over. Het is Van der Hoeven, de vader van Katrien.

Hoe die kijkt… Is hij boos? Als ze niet beter zou weten, zou ze denken dat hij bezorgd is. ‘Wat doe jij hier?’

Dan is hij maar boos. Zij is woedend. ‘Een dokter,’ gilt ze. ‘Er moet zo snel mogelijk een dokter naar het Ambonezenkamp. De moeder van Nonna krijgt een baby en het gaat niet goed. Als er niemand komt, gaat ze dood.’

Van der Hoeven pakt haar bij de arm en trekt haar mee naar zijn auto. ‘Instappen.’