cover van zuiderzeeballade

Fragment 2

Ook de zusters en broeders luisterden waarschijnlijk nooit naar klassieke liederen. Ze zaten bewegingloos, geduldig, veegden hier of daar een druipende neus af of zetten iemand rechtop die was weggezakt. Helemaal vooraan zat een reusachtige gestalte, meer berg dan mens, in half liggende houding met het hoofd voorover te snurken. Er werd in elk geval niet door het concert heen gepraat.

´Toen wij uit Rotterdam vertrokken…´ Het koor zette ´Ketelbinkie´ in en er sloeg een golf van leven door de zaal. Een paar oude heren tikten met hun wandelstok de maat, hoofden werden opgeheven, en de snurkende berg verhief zich enigszins en ontpopte zich als een zware honderdjarige dame, die met een basstem mee vertrok uit Rotterdam.