Loopbaan van Karlijn Stoffels

Van de kleuterschool ben ik weggelopen. Je moest er met een scherpe pen in een zacht matje prikken en dat vond ik zielig voor het matje. Bovendien werd je er als een klein kind behandeld.

Op de lagere school heb ik mijn eerste toneelstuk geschreven. Het heette 'Misverstand', en de bedoeling ervan was dat iedereen zou weten wat voor moeilijke woorden ik kende. Ik dacht namelijk eerst dat 'misverstand' zoiets betekende als 'slechte hersens.' We voerden het stuk op in de tweede klas en het was een groot succes. Ik was de regisseur. De juf vond het jammer dat ik telkens op het toneel verscheen om 'Denk om je tekst, stommerd!' te roepen naar de spelers.

Daarna ging ik naar het gymnasium. De leraar Nederlands vond dat ik schrijver moest worden, maar het leek me niks om in je eentje op een zolderkamertje te zitten en droog brood te eten. Ik heb het zo lang mogelijk uitgesteld maar nu is het er toch van gekomen.

Ik heb Frans gestudeerd in Leiden. Ik vond er niet veel aan. De professoren waren oud en saai en ze vertelden elk jaar hetzelfde. Bovendien moest je bij ze thuis tentamen doen en dan zaten ze in hun pyama. En een kamerjas, dat wel. Met van die harige, witte spillebenen onder het bureau. En dan moest je veertig geleerden opnoemen die in de zestiende eeuw een grammatica hadden geschreven. Met het jaartal.

Lesgeven was een stuk leuker. En het verdiende ook beter. Dat was in de jaren zeventig, toen de leraren nog langhariger tuig waren dan de leerlingen. Toen er een paar van die jonge honden ontslagen werden zijn we met zijn allen gaan staken. Dat was mijn idee, dat herinner ik me nog goed. Daaruit ontstond de Leidse Aksiegroep Scholieren, die nu Landelijk is en LAKS heet. (Later ben ik nog naar Rusland geweest en vlak daarna kwam, niet toevallig, de Perestrojka. Maar dat is een ander verhaal)

Toen ik besloot te gaan schrijven heb ik een paar jaar cursussen gelopen bij de schrijversvakschool. Dat was gezellig en nuttig, en bovendien zat de schrik voor het eenzame zolderkamertje er nog steeds goed in. Via de school kreeg ik mijn eerste opdracht voor een hoorspel. 'Het maakt niet uit wat voor rotzooi je schrijft,' zei de regisseur, 'ik maak er wel wat moois van.' En dat was ook zo.